De kracht van positief denken

In mijn werk als rij-instructeur werk ik uiteraard met veel verschillende mensen. Doordat ik onder andere gespecialiseerd ben in het lesgeven aan mensen met faalangst of rijangst, heb ik ook veel leerlingen die daar last van hebben.

“Wat me vaak opvalt is dat de leerlingen negatief denken over wat ze kunnen of doen.”

Soms zijn ze daar zelfs zo goed in dat ze iets wat ze goed hebben gedaan op zo’n manier verwoorden dat het lijkt alsof ze het niet goed hebben gedaan. Een van mijn leerlingen zou absoluut de hoofdprijs winnen als er een wedstrijd negatief denken en praten zou zijn. De bijzondere verrichtingen zijn voor haar bijvoorbeeld een mooie gelegenheid om zichzelf naar beneden te halen. Want ja, die auto staat natuurlijk nooit perfect in een vak, met aan allebei de kanten 22,7 centimeter ruimte tot de lijn. Misschien kan je je al een voorstelling maken van wat ze allemaal tegen zichzelf zegt en hoe ze zich dan voelt.

Toch heeft ze de afgelopen twee weken een hele omslag gemaakt. We hadden al geregeld met elkaar gesproken over hoe de negativiteit in haar hoofd haar hele rijden beïnvloed. Daarnaast zorgen de negatieve gedachten dat je alleen maar bezig bent met wat niet goed gaat en kan je niet zien wat wel goed gaat. Je hoofd is net een computer, als je alle knopjes tegelijk indrukt loopt het vast. Al die negatieve gedachten lieten geen ruimte meer om te leren, want die auto stond niet perfect midden in een vak met aan allebei de kanten 22,7 cm tot aan de lijn en daar kan je van alles over vinden. Als iemand negatief praat, ben ik geneigd daar iets positiefs tegen over te zetten, want aan alle negatieve dingen zit wel iets positiefs, daar ben ik van overtuigd. Bij haar was mijn aanpak anders. We hadden het erover of het goed zou komen, of ze uiteindelijk zou leren om naar de positieve dingen te kijken. Ik vertelde haar “Nee, dat komt nooit meer goed”. Daardoor raakte ze in verwarring. Ze keek me aan en vroeg “Echt niet?” Ik zeg “Nee, want jij wil niet positief denken, daar moet je hard voor werken. Negatief denken is veel makkelijker. Van mij mag je dat blijven doen, dan zitten we nog 100 lessen samen in de auto.”

“Blijkbaar ging er toen een knop op, de rest van de les was ze oprecht positief.”

Het resultaat was dat de les vele malen beter ging dan de andere lessen en zelfs haar ogen stonden anders en straalden meer. Uiteraard ben ik dan de eerste die dat benoemd. De week erop stapte ze in de auto, de hele week had ze het positief denken en praten volgehouden. Weet je wat haar huisgenootje zei? “Je ogen staan anders, je haar glanst, volgens mij gaat het goed met je.” Hoe mooi is dat? En ja, de les ging ook weer super, we maken weer stappen vooruit, op naar het rijbewijs!

Share this Post